Vanochtend een prettig uurtje bij de Oranjeschool doorgemaakt: samen met de kinderen van groep 4 en 5, bewoners, Roteb, politie, Stadstoezicht (inclusief de parkeerwachters!), de werf en natuurlijl de deelgemeente startten we de Schoon- en heelweek voor Bloemhof. Deze weken gebruiken we om de buurt eens extra schoon te maken, aan mensen te laten zien welke diensten zich allemaal inzetten voor de wijk, de mensen die er werken eens extra in het zonnetje te zetten, en natuurlijk nog eens te laten zien dat het schoonmaken en -houden van de stad toch echt iets is waar iedereen aan mee moet doen!
Vóór de Oranjeschool (eigenlijk: achter) hebben we een geveltuintje gemaakt. Ik mocht het eerste plantje planten (ik word steeds beter in dit soort handwerken) en Öze zette haar plantje naast de mijne:
Verder was het natuurlijk erg gezellig. Orlando Karam van de Roteb had petjes, lanyards én bezems meegenomen en binnen de kortste keren was iedereen aan de slag.
Verder heb ik ook nog even kunnen bijpraten met het hoofd van de school en een aantal docenten. Mensen zien de laatste 5 á 10 jaar een verharding optreden onder de schooljeugd waar ze zich zorgen om maken. Verder hoorde ik wéér dat er toch veel te veel kinderen zijn die met een veel te lage woordenschat de school voor het eerst bezoeken. Die kinderen beginnen met een achterstand, en leren weliswaar technisch wel goed lezen, maar begrijpend en interpreterend lezen is weer een heel ander verhaal. Vaak zijn dit kinderen die in Nederland geboren zijn, uit ouders die hier op school hebben gelezen. Toch praten ze thuis Turks of een andere taal. Over ouderparticapatie (waar in de raad ook om te doen is geweest) kreeg ik een heel gemengd beeld: aan de ene kant is het heel moeilijk om ouders te vinden die zich actief ergens voor aanmelden, aan de andere kant is het zo dat als aan ouders gevraagd wordt om bijvoorbeeld voor een klasse-ontbij eten mee te geven, ouders zich enorm in hun keukens uitsloven. Dus dat is weer goed nieuws.
